N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Cloudvervuiling Wie staat er stil bij zijn digitale voetafdruk? Al die foto’s in de cloud, bewaarde e-mails en streams eten stroom. Héél veel stroom.

Tienduizend ongelezen e-mails in een inbox: bij een kleine rondgang langs NRC-collega’s blijkt dat geen uitzondering te zijn. De mail-bergen bestaan bijna volledig uit nieuwsbrieven, niet zelden over vervlogen interesses. Nieuwsbrieven die je zou moeten opzeggen, maar aanhoudt omdat je nu eenmaal denkt ze te willen lezen. En dan niet lezen. Zelfs niet de moeite nemen om ze te deleten.
De mentale ballast van dit chaotische gedrag is prima te overzien, zo wijst de praktijk uit. Maar al die nieuwsbrieven zijn ook op een andere manier belastend: ze worden opgeslagen op servers en staan daar maar te staan, stroom te eten. Alsof je de koelkastdeur altijd op een kier laat staan, alleen dan uit het zicht.
Wie staat er stil bij zijn digitale voetafdruk? Het internet is al decennia een product voor de massa, maar het lijkt alsof we onze eerste verwondering nog altijd niet zijn ontstegen. Het idee dat het internet een oneindig universum is dat almaar verder kan uitdijen, is niet alleen diep ingesleten, het heeft ook een enorme aantrekkingskracht. Hop, nog een nieuwsbrief erbij, ik wil alles weten over, eh, groene technologie.
Exacte cijfers ontbreken, maar volgens de meest nauwkeurige schattingen is het digitale leven – denk aan het streamen van video en muziek, op afstand vergaderen, sociale media, apparaten als boordcomputers en voordeurcamera’s, virtual reality, cryptomunten, blockchain, nft’s – goed voor zo’n 4 procent van de totale wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Dat klinkt misschien niet als veel, maar het is ruim meer dan de luchtvaart.
Het aandeel gaat bovendien sterk stijgen met de komst van de 5G- en 6G-netwerken en de brede toepassing van kunstmatige intelligentie. Pablo Gámez-Cersosimo, consultant op het gebied van digitale duurzaamheid en onderzoeker voor een volgend jaar te verschijnen eerste rapport van de Verenigde Naties over het onderwerp, denkt dat het in 2030 om meer dan 14 procent van de uitstoot kan gaan. „We hebben een heel groot, onzichtbaar probleem”, vat hij samen.
Een grens aan het universum
De kern van dat probleem is onwetendheid, zegt hij. „Elke klik of touch vertaalt zich in uitstoot, maar dat besef is er niet. Zeker sinds de pandemie neemt de digitalisering alleen maar toe. Vaak wordt dat juist als klimaatpositief gezien, terwijl het dat niet per se is.” Thuiswerken in plaats van in de file staan bijvoorbeeld, daar moet de digitale vergadering weer van afgetrokken worden.
„Er bestaat geen oneindig digitaal universum”, zegt Gámez. „Er is een grens. Die wordt bepaald door de natuurlijke hulpbronnen.” Los van de koolstofhuishouding gaat het om water, dat nodig is voor de koeling van datacentra, om de milieuschade door de mijnbouw voor koperdraden, lithium-ionbatterijen, het halfgeleidermetaal indium (voor touchscreens) en om de miljoenen tonnen aan e-waste door afgedankte apparaten.
Kunstmatige intelligentie neemt mensen werk uit handen, maar het trainen van een algoritme als dat van ChatGPT kost talloze uren aan computerkracht. Het StarLink-satellietnetwerk van Elon Musk brengt internet naar de meest afgelegen plaatsen op aarde en verkleint de digitale kloof tussen rijk en arm, maar zorgt er ook voor dat het aantal internetgebruikers groeit.
De hardware van het 5G-netwerk dat nu wordt uitgerold gebruikt minder energie dan 4G, maar naar verwachting wordt die winst tenietgedaan door de explosie aan dataverkeer die de nieuwe gebruiksmogelijkheden zullen veroorzaken. Onderzoekers van MIT berekenden dat de computerkracht die nodig is om een miljard zelfrijdende auto’s dagelijks een uur te laten rijden, voor evenveel uitstoot zorgt als alle datacentra in de wereld nu gebruiken. En dat is weer evenveel als de totale uitstoot van Argentinië. Die computers moeten dus snel efficiënter worden, concluderen zij.
Er zijn mensen die de oplossing niet alleen in technologie zoeken, maar ook in keuzes. Zij pleiten voor een digitaal leven waarin niet elke vernieuwing als vanzelfsprekend wordt omarmd, maar waarin gebruikers selectief zijn. Sobriété digitale, digitale gematigdheid, is de term die de Franse denktank The Shift Project voor dit principe bedacht. Wel de mogelijkheden van digitalisering zien, maar ook de risico’s, en op basis daarvan sommige kansen bewust overslaan. Zij brengen de afweging terug tot de zeer overzichtelijke vraag: zou je het overleven als je een bepaalde technologie zou moeten missen? Een voorbeeld: is het echt nodig om de bezorger van je pakket via je telefoon te volgen op zijn route?
Energielabels omdenken
„Het begint bij bewustzijn”, zegt Gámez, „het besef dat er zoiets als een digitale voetafdruk bestaat. Denk aan de keuze voor biologisch eten, dat is ook langzaam gegroeid.” Maar wacht, het aandeel biologisch eten staat na al die jaren op 3 procent. „Daar ligt een taak voor overheden. Die kunnen bijvoorbeeld eisen dat bedrijven en organisaties hun digitale voetafdruk publiceren. Dan gaan ze niet tegen de digitalisering in, maar moedigen ze gebruikers aan om geïnformeerde keuzes te maken.” In Frankrijk, wereldwijd voorloper in dit debat, zijn telecombedrijven hier al toe verplicht.
Een scepticus kan twijfelen aan de effectiviteit van dit soort informatie. Bijvoorbeeld bij een bezoek aan de televisiewinkel. Grote televisies gebruiken meer energie dan kleine, maar het assortiment aan grote toestellen is veel groter. Vaak hebben ze ultra-HD-beeldkwaliteit: tot vier of zelfs acht keer meer pixels dan gewone HD-tv. Ze dragen energielabels E, F of G. „Dat moet je ruim zien”, zegt de verkoopster. „Niet lang geleden hadden ze nog gewoon label B.”
Ze doelt op de herziening van de Europese energielabels voor beeldschermen, twee jaar geleden, die fabrikanten moest aansporen om zuinigere toestellen te ontwerpen. Zo kun je het omdenken in Brussel gewoon nog een keer omdenken en ben je weer terug bij label B.
In theorie kunnen overheden hard ingrijpen, zoals gebeurt met het gedwongen uitfaseren van brandstofauto’s. Maar dat is afscheid nemen van oude technologie en ruim baan maken voor innovatie. Bij digitalisering ligt het andersom. Welke regering gaat de vooruitgang tegenhouden ten behoeve van het klimaat?
„In Nederland is het politieke debat over de digitale voetafdruk beperkt tot ophef over het energieverbruik van datacentra”, zegt Gámez. „Dat zou veel breder moeten zijn.” Maar een nationale strategie om het beste uit de digitalisering te halen en tegelijk de voetafdruk te beperken is er niet. Verandering kan op dit moment alleen komen van bewustzijn door individuen, hoe zalvend dat ook klinkt. Gámez: „Het klopt dat we daar heel laat mee zijn. Ik kan niet anders zeggen.”
